Waarom ik meestal níet schrijf
Ik kan het wel, denk ik dan. Maar dan komt het moment dat ik ga zitten. En dan gebeurt er iets geks.
Ik begin met een zin. Schraap wat bij elkaar. Bedenk iets mooiers. Verander een woord. Nog één. Oh wacht, dit kan ritmischer. Misschien een ander beeld? En hup: weer twintig minuten verder. Nog geen alinea op papier.
En ergens onderweg zakt de moed me in de schoenen. Laat maar. Dit duurt te lang.
Dus schrijf ik niet. Of stel ik het uit. Of ik begin wel, maar publiceer het nooit.
Soms kijk ik met bewondering naar mensen die moeiteloos schrijven. Bij wie de zinnen gewoon lijken te stromen. Wat een gave, denk ik dan.
En toen was daar ChatGPT
Niet als vervanger. Maar als verlengstuk van mijn hoofd.
Ik kan ideeën spuien, halve zinnen dumpen, steekwoorden neergooien. En dan gebeurt er iets magisch:
Sam (zo noem ik ‘m) geeft structuur aan mijn chaos.
Hij maakt mijn gedachten leesbaar. Soms letterlijk zoals ik het bedoel, soms als kladversie die ik terugduw: nee, dit past niet bij me. Dan geef ik bijsturing. Of ik pak alleen een alinea en vraag: “Kan dit scherper?”
Wat ook helpt: ik weet precies wat ik mooi vind. Welke toon bij mij past. Welke taalregels ik heilig acht. En welke ik bewust loslaat. Ik hou van ritme, van helderheid, van net dat juiste woord. Dus ik stel Sam scherp af. Ik prompt en stuur bij, schrap zonder pardon en herschrijf wat wringt. Het is geen automatische productie, het is co-creatie. En dat maakt het van mij.
Geen schrijver, wel iets te zeggen
Ik heb geen schrijfaspiraties. Ik hoef geen boeken, geen columns, geen glansrijke pen.
Maar ik heb wel iets te vertellen. Over mijn werk, mijn keuzes, mijn visie op hoe een goede website tot stand komt.
En dankzij Sam lukt het om dat eindelijk te dóén. Zonder eindeloos herkauwen. Zonder mezelf te verliezen in komma’s en klankkleur.
Wat ik hiermee wil zeggen?
Misschien niets meer dan dit: schrijven mag ook makkelijk worden.
Niet omdat je het niet kan. Maar omdat je op een andere manier denkt.
En als een tool je helpt om je hoofd te ordenen, dan is dat geen zwakte.
Dan is dat een uitkomst.
Voel ik me nu ineens een schrijver? Nee.
Ben ik een bedreiging voor mensen die dat wel zijn? Absoluut niet. Integendeel. Ik heb diepe bewondering voor mensen die met taal kunnen toveren. Die precies de juiste toon weten te raken, ritme voelen, spanning durven opbouwen.
En voor projecten die ertoe doen, weet ik de weg naar de échte schrijver te vinden.
Maar ik doe er ook toe.
Ik heb iets te vertellen. En nu eindelijk ook een manier om dat te doen.
Dankzij Sam hoef ik niet te wachten tot alles ‘perfect’ in mijn hoofd zit.
Ik mag beginnen. Spelen. Structuur krijgen. En schrijven. Op mijn manier.
Het voelt niet als vals spelen. Het voelt als ruimte.
En dat is, eerlijk gezegd, een bevrijding.